De jubileumuitzending van Miljoenenjacht stond volledig in het teken van de grootste hoofdprijs ooit. Voor het eerst lag er tien miljoen euro klaar en alles wees erop dat het een memorabele avond ging worden. Dat werd het ook, maar niet om de reden die je zou hopen.
Grootse finale
De finaliste van de avond begon sterk. Ze pakte de juiste koffers, speelde rustig en bleef scherp. Tot de bank ineens met een krankzinnig bod kwam: 750.000 euro.
De hele zaal viel stil. Linda keek gespannen toe. Thuis voor de buis dachten mensen al aan wat zij met dat bedrag zouden doen. Maar de finaliste twijfelde. Ze raakte ontroerd, noemde het prachtig en zei zelfs dat het misschien wel genoeg was. Tot haar man ingreep. Vanuit het publiek riep hij: “Doorgaan.” En dat deed ze. “Ik volg mijn man,” zei ze met een knikje.
Door het putje
Wat daarna volgde, was pure pech. Er bleven uiteindelijk drie bedragen over: honderdduizend, tienduizend en één euro. Ze opende weer een koffer, haalde tienduizend eruit en kreeg nog één keer een bod van de bank: 61.000 euro. Dat nam ze uiteindelijk aan. In haar eigen koffer zat precies één euro.
Op sociale media werd massaal gereageerd. Mensen konden niet geloven wat ze zagen. “Ik had die knop eraf geslagen met m’n voorhoofd,” schreef iemand.
Een ander: “Zevenenhalf ton laten lopen, terwijl je het eerst nog mooi vond geweest. En dan naar huis met 61.000… ik zou niet meer kunnen slapen.”
#miljoenenjacht 750.000 en dan niet tevreden zijn.. is toch knettergek zijn. Ik had de knop dwars door dat desk geramd
— sh (@shhardenberg) April 13, 2025
Ook de man kreeg online wat kritiek. “Als je vrouw zegt dat ze wil stoppen, hou dan gewoon je mond. Je zit daar niet voor de spanning, je zit daar voor het geld,” aldus een kijker.
Toch waren er ook mensen die vonden dat 61.000 euro nog altijd een prachtig bedrag is. “Je wint alsnog meer dan de gemiddelde Nederlander spaart in tien jaar. Niet klagen.”
Of ze er spijt van heeft is niet duidelijk. Maar dat het fragment nog héél lang rond zal blijven gaan online, staat vast. En of die man z’n mening de volgende keer nog durft te geven, is nog maar de vraag.